over besliswijzer voorpagina van de redactie gegevens deelnemers standpunten debat opinie-peiling stemming help


 standpunten

Raakt de ruimte in Brabant op? Het standpunt van …

Croonen Adviseurs

Is er een ruimteprobleem? De vraag is zo ruim gesteld, dat deze niet eenvoudig met ja of nee beantwoord kan worden.

Het hangt er maar vanaf in welke context en vanuit welk belang het antwoord wordt geformuleerd.

Redenerend vanuit de optiek van ruimtelijke ordening kunnen -als voorbeeld- de volgende ontwikkelingen worden genoemd.

De ruimte-behoefte in een steeds welvarender maatschappij.
Was de gemiddelde woningbezetting in de jaren 60 in de provincie-hoofdstad Den Bosch 4,75, momenteel is dat aantal 2,33. Minder dan de helft! Met andere woorden, er is sprake van een verdubbeling van het aantal woningen voor het zelfde aantal mensen, en daarmee ook van de ruimte voor wonen ten opzichte van 30 jaar geleden. We zijn overigens nog niet aan het einde van die ontwikkeling. In dit verband moet ook worden bedacht dat het totaal aantal inwoners in die tijd aanzienlijk is toegenomen (en nog steeds toeneemt). De ruimte-behoefte voor recreatie en vervoer houdt daarmee gelijke tred.

Het Centraal Planbureau voorspelt binnen de komende 20 jaar een vergroting van 70 % van de koopkracht voor het gemiddelde huishouden. Gecombineerd met de tendens van meer vrije tijd en vergrijzing levert dat eveneens een onvermijdelijke toename van de behoefte aan mobiliteit en recreatie en daarmee aan ruimte.

Een groot gedeelte van de Brabantse grond is in eigendom en beheer bij de boeren. Binnen de streekplangedachte wordt in gebieden met de aanduiding "agrarische hoofdstructuur" (AHS) ruimte gezocht voor optimale agrarische bedrijfsvoering.

Er is in dat verband een aantal ontwikkelingen te signaleren:

* gezonde bedrijven streven naar een groter areaal om de bedrijfsvoering ook op termijn gezond te houden

* ruimte voor uitbreidingen van woningbouw, bedrijfsterreinen en infrastructuur dient in eerste instantie te worden gevonden binnen de AHS gebieden

* ook compensatie van bijvoorbeeld natuurgebied en bos gaat ten koste van de agrarische grond.
Kortom: zowel voor grondgebonden als gebouwgebonden agrarische bedrijvigheid geldt dat de zoekgebieden (binnen de AHS) voor vergroting of verplaatsing steeds kleiner worden waardoor mogelijkheden voor deze bedrijfstak onder toenemende druk staan.

De Rijks Planologische Dienst constateert in Ruimtelijke verkenningen 1995 dat "....De vijf grote Brabantse steden.....gaan steeds meer deel uitmaken van de Stedenring Centraal Nederland, het vergrote economisch kerngebied van ons land...". Het directe gevolg daarvan is een toenemende vraag naar ruimte voor bedrijvigheid en vervoer.

Concluderend kan gesproken worden van een grote druk op de beschikbare ruimte in Brabant.
Deze druk mondt uit in een kwantitatief en een kwalitatief ruimtebeschikbaarheidsprobleem.

Naar kwantiteit: bedoeld in de zin van oppervlakte en benutting, zuiver fysiek gezien. Naar kwaliteit: enerzijds bedoeld als ruimte-ervaring en anderzijds als geschiktheid voor een bepaalde functie.

Het zal daarom noodzakelijk zijn zorgvuldig na te gaan hoe de verschillende ruimteclaims zijn opgebouwd, wat daarvan (door bijvoorbeeld verdichting of anderszins) kan worden teruggebracht en waar prioriteiten liggen.

Meer informatie over deze organisatie

Overzicht van alle organisaties met hun standpunten