over besliswijzer voorpagina van de redactie gegevens deelnemers standpunten debat opinie-peiling stemming help


 standpunten

Raakt de ruimte in Brabant op? Het standpunt van …

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, directie Zuid

Heeft u wel eens de Ekkersweijerroute gefietst van Bokt ten noordoosten van Eindhoven tot het viaduct over de Rijksweg bij Ekkersweijer in Son? Dat is een aanrader! Het landschap is versnipperd, de samenhang ontbreekt en de gebruiksmogelijkheden zijn beperkt. Een "mooi" voorbeeld van de gevolgen van onsamenhangende verstedelijkingsprocessen.

Brabant verstedelijkt in hoog tempo; de grote stille heide is niet meer beeldbepalend. Ondanks het dichte netwerk van zware infrastructuur heeft Brabant te maken met congestieverschijnselen. Brabantse wegen stijgen met stip in de file top tien! De invloedssfeer van de steden breidt zich sterk uit en ook het gespreide patroon van dorpen en kleine kernen kent grote uitstralingseffecten. Zie als illustratie een gedeelte uit het kaartje "stedelijke invloed in Nederland" uit de Visie stadslandschappen (VSL). Deze VSL is via een E-mail op te vragen bij de directie Zuid van het ministerie van LNV.

Ook in de "groene ruimte" (als tegenhanger van alles dat rood, grijs en dus verstedelijkt is) is er sprake van een toenemende ruimteconcurrentie tussen de groene functies onderling. De ontwikkelingen in de landbouw gaan snel; het aantal bedrijven daalt, de productieomvang per bedrijf stijgt, de behoefte aan grond als productiemiddel is en blijft hoog. De steeds veranderende markt vergt veel van de dynamiek en flexibiliteit van de agrarische sector. Hier staat de toenemende vraag naar meer natuur en recreatieve mogelijkheden tegenover.

Enkele koele cijfers in relatie tot verstedelijking :

  • Van de 2,3 miljoen Brabanders woont 55 % in het stedelijk gebied;
  • In de 4 grote stadsregio's bevindt zich 60% van de werkgelegenheid;
  • Een groot deel van de bevolking en de werkgelegenheid bevindt zich derhalve verspreid in een dicht netwerk van grotere en kleinere kernen;
  • Tot 2015 moet de Brabantse woningvoorraad groeien van 875.000 naar ca.1 miljoen;
  • Brabant is de meest geïndustrialiseerde provincie van Nederland en heeft grote ontwikkelingspotenties door zijn ligging tussen grote stedelijke conglomeraties met als gevolg dat de Brabantse economie harder groeit dan het landelijk gemiddelde.

In relatie tot de groene functies :

  • Brabant bezit een sterke en veelzijdige landbouw. De ca. 20.000 agrarische bedrijven (2000 akkerbouw-, 3000 tuinbouw-, 8000 melkvee- en 4000 varkens- en pluimveebedrijven, kleinere sectoren en gemengde bedrijven) produceren bijna 20% van de Nederlandse agrarische productie;
  • Direct en indirect voorziet de landbouw (toelevering, productie, verwerking, diensten en voedings- en genotmiddelenindustrie) in werkgelegenheid voor bijna 13% van de Brabantse beroepsbevolking;
  • Brabant heeft ca. 70.000 ha. bos- en natuurterreinen binnen en buiten de ecologische hoofdstructuur (EHS), die behouden moeten blijven. De EHS wordt uitgebreid met 5000 ha. natuurontwikkelingsgebied en 25.000 ha. reservaatsgebied en beheersgebied;
  • Recreatie en toerisme nemen sterk toe en vormen een belangrijke en groeiende economische bedrijfstak met een omzet van 4 à 5 miljard per jaar die werkgelegenheid biedt aan ca. 39.000 personen (4,5% van de Brabantse beroepsbevolking).

Al deze ontwikkelingen maken aanspraak op een deel van de collectieve goederen ruimte, water en milieu. Het gaat daarbij om direct ruimtebeslag, maar zeker ook om indirecte effecten als versnippering, verdroging, verstoring, planologische schaduwwerking (de 'beklemmende' invloed van een voorgenomen wijziging van streek- of bestemmingsplan op het huidige ruimtegebruik) en het afsnijden van ontwikkelingsruimte voor toekomstige behoeften. De samenhang, de kwaliteit, de toekomstwaarde en de economisch zwakke functies zullen bij dit "geweld" makkelijk in de verdrukking raken. Er is dus een ruimteprobleem in Brabant; ruimte is een schaars goed geworden.

Dat deze druk op de ruimte de kwaliteit van de omgeving (de schoonheid) niet ten goede komt mag duidelijk zijn. Opmerkelijk is dat dit ertoe leidt dat "groen" en "milieu" in toenemende mate worden erkend als voorwaardenscheppende esthetische en economische factor. Het gaat dan om het aantrekken van bedrijven en het creëren van een wervend woonmilieu. Als dit toenemende besef kan worden omgezet in concreet beleid dan biedt dat zeker mogelijkheden voor de toekomst.

Meer informatie over deze organisatie

Overzicht van alle organisaties met hun standpunten