voorpagina redactionele samenvattingen gegevens deelnemers standpunten debat opinie-peiling stemming help over besliswijzer

 

Van de redactie

Redactionele samenvatting van het debat in week 2:

(15 november) De redactie heeft voor u een samenvatting gemaakt van de tweede week van het debat. Centraal deze week stonden de oplossingen voor een (eventueel) ruimteprobleem in Brabant. Diegenen die hun oplossingen al in het debat van vorige week in stelling hebben gebracht, hebben wij aangespoord om deze ook in dit debat in te brengen. Hierbij een samenvatting van de oplossingen tot nu toe.

1 WOONOMGEVING AANPASSEN

De volgende oplossingen passeerden de revue.

Rondom of binnen de compacte stad voldoende groenvoorzieningen aanleggen en gevarieerd bouwen. Dit geeft volgens sommigen van u een gevoel van ruimte. Overheid moet ruimtegebruik destimuleren. Mensen moeten genoegen nemen met kleinere woonpercelen. Woningen bouwen waar meerdere generaties in kunnen. Multifunctioneel bouwen, bijvoorbeeld woningen bouwen voor meerdere generaties. Ondergronds bouwen.

Bij dit type oplossingen zijn verschillende kanttekeningen geplaatst.

De Brabander zal minder persoonlijke ruimte niet accepteren omdat hij/zij veel ruimte nodig heeft. Provinciale stimulans zal dus hard nodig zijn. Anderen wijzen er op dat huishoudensverdunning een van de oorzaken is van het toenemend ruimtegebruik; huishoudensverdunning op zich is een ontwikkeling waarop overheden weinig invloed kunnen uitoefenen. Maar anderen zijn van mening dat de politiek wel degelijk de ruimtewensen van de burgers kan beïnvloeden.

2 RUIMTEGEBRUIK INTENSIVEREN

Gemeenten moeten bij uitbreiding het eerste zoeken binnen de bebouwde kom. Eerst inbreiden, dan pas uitbreiden. De provincie moet bestemmingsplannen toetsen op de vraag of de gemeente de mogelijkheden binnen de bebouwde kom wel voldoende heeft benut. Er komt ruimte vrij als groepen mensen die nu van de samenleving afgezonderd in aparte ruimtevretende woonlocaties wonen geïntegreerd worden in de woonwijken.

3 WET- EN REGELGEVING AANPASSEN

Er zijn verschillende debatdeelnemers die vinden dat de wetgeving flexibeler en realistischer moet worden: 'Door de huidige zetten we onszelf schaakmat'. In het verlengde hiervan wordt opgemerkt dat er minder wetgeving moet komen. Niet iedereen is het daarmee eens: 'We hebben wetgeving nodig'. Als probleem wordt juist de liberale ondernemingslust gezien. Ten aanzien van het totstandkomen van wet- en regelgeving bestaat de nodige scepsis. Er wordt, zo wordt ingebracht, teveel uitgegaan van de probleemdefinities van de beleidsmakers. Er moet ruimte komen voor participatief ontwerpen van beleid, ruimte voor maatwerk, goede belangenafweging. Een ander brengt hiertegen in dat participatie natuurlijk nog geen garantie is voor een goede belangenafweging. Ook wordt gepleit voor gezond verstand als aanvulling op wet- en regelgeving, een burgemeester zou bijvoorbeeld de ruimte moeten hebben om met gezond verstand de regels toe te passen. Hier wordt de kanttekening bij geplaatst dat meer bevoegdheden bij het lokaal bestuur ten koste zal gaan van rechtszekerheid. Ook wordt gevreesd dat het gevaar van versnippering van het ruimtegebruik dan nog groter wordt.

Er wordt een pleidooi gehouden voor voorwaardendenscheppende in plaats van beperkende wetgeving.

Streek- en structuurplannen zouden stringenter gehandhaafd en nageleefd moeten worden. Een van de deelnemers vindt dat artikel 19 afgeschaft zou moeten worden. Een andere deelnemer is van mening dat de provincie meer toezicht moet houden op de naleving.

4 DE GRENZEN VAN BRABANT AANGEVEN

Sommigen vinden dat Brabant niet de problemen van de randstad hoeft op te vangen. Maar lang niet iedereen is het met deze stelling eens.

5 PRIORITEITEN AANGEVEN

Een aantal benadrukt dat er keuzes moeten worden gemaakt, maar er is verschil van mening over de prioriteiten die dan gesteld moeten worden.

Volgens sommigen moet de natuur op de eerste plaats worden gesteld, geen uitbreiding meer. Nu prevaleert het economisch belang te veel. Dit wordt door andere debatdeelnemers gerelativeerd. Zij geloven eerder in een zorgvuldige balans tussen de verschillende ruimteclaims. Economie biedt ook kansen, zo wordt gesteld. Een restrictief economisch beleid zorgt ervoor dat Brabant weer een achtergebleven gebied wordt. Om ons welzijn op peil te houden is uitbreiding met nieuwe bedrijventerreinen nodig.

Vele debatdeelnemers zijn van mening dat ruimteclaims gehonoreerd kunnen worden door het benutten van ruimte die tot nu toe door de agrarische sector wordt ingenomen. Maar men is het niet eens over de invulling van de vrijkomende ruimte. Biologische landbouw, woningen en bedrijven, natuurgebied, recreatieterrein? Sommigen betwijfelen de haalbaarheid van het inkrimpen van het ruimtebeslag door de agrarische sector: 'de landbouwlobby is heel machtig.' In het debat hebben we hiervan tot nu toe weinig gemerkt. NCB reageer a.u.b.!

Dan zijn er ook nog debatdeelnemers die vinden dat het primaat van de economie (waaronder ook de intensieve landbouw) moet worden afgeschaft. Weg met de intensieve veehouderij (VarkensTehuizen, 'laat de koeien elders loeien'). Niet iedereen is het hiermee eens: 'koeien horen bij Brabant'. Kan, zo vragen sommigen zich af, de politiek dit wel bewerkstelligen? 'Het CDA loopt aan de leiband van de lokale achterban'. Politici onder u: wat vindt u hiervan?

Onder deze noemer plaatsen we ook het voorstel om nu definitief aan te geven welke gebieden tot landschapspark worden bestemd en deze uit te sluiten van bebouwing.

Tenslotte willen we hier de discussie over recreatie en toerisme aanhalen. Sommigen vinden dat Brabant de potenties die hierin zitten onvoldoende benut, anderen zijn bang dat recreatie en toerisme teveel ten koste gaan van de natuur ('voor een suburbane weekend-stad is te weinig ruimte').

6 MOBILITEIT BEPERKEN

Onder deze noemer wordt een aantal oplossingen aangedragen.

Tegengaan dat mensen hier wonen en in de randstad werken, bedrijven en woningen vooral bouwen in het stedelijk gebied, het herzien van het beginsel van de onbeperkte mobiliteit, het aanleggen van industrieterreinen langs de snelwegen, telewerken. Het oprukkende asfalt moet tot staan worden gebracht, zegt iemand. Er zijn effectieve maatregelen nodig om de verschillende verkeersstromen beheersbaar te maken zodat het wegennet efficiënter benut gaat worden.

7 GROEI VAN DE DORPEN BEPERKEN

Woningbouw in de dorpen zou vooral binnen strakke contouren moeten plaatsvinden. De provincie zou gemeenten die groeibeperking als uitgangspunt nemen moeten belonen. Hiertegen wordt ingebracht dat groei ter wille van een leefbare samenleving nodig is: groeibeperking maakt van dorpen slaapplaatsen maakt. Een ander vindt dat er in de dorpen alleen nog maar gebouwd mag worden voor ouderen. Zo wordt er ruimte gemaakt voor de jongeren. Een variant hierop is dat er alleen nog gebouwd mag worden voor de eigen dorpelingen. Men verschilt van mening over de haalbaarheid hiervan en over de mogelijkheden van de overheid om invloed uit te oefenen op de plaats waar mensen zich vestigen. Ook de rechtmatigheid daarvan wordt in twijfel getrokken.

8 GROEI CONCENTREREN IN HET STEDELIJK GEBIED

De expansiedrift van steden moet worden ingeperkt, zegt iemand, zeker na de herindeling. We zouden moeten erkennen, zegt een van u, dat Brabant van west naar oost aaneengroeit: 'de metropool zandstad'. Maar dan zou het gebied ten zuiden en ten noorden daarvan als natuurgebied beschermd moeten worden: 'landstad'. daar tegenover staat de opvatting dat we het steeds verder naar elkaar groeien van steden niet aan het toeval moeten overlaten. Hij bepleit voor een strategie, waaraan plannen kunnen worden getoetst.

9 ANDERE WIJZE VAN BELEIDSVORMING

Over de inrichting van de ruimte moet meer in regionaal verband worden nagedacht en besloten. Gemeenten moeten meer onderling afstemmen, waarbij de provincie een coördinerende rol vervult. Provincie en gemeenten, zo wordt ook gezegd, moeten samen een vuist maken tegen het rijk. Zo wordt voorkomen dat de provincie maar weinig zeggenschap heeft over het ruimtegebruik.

Tot slot van deze samenvatting willen we graag de oproep die Van Geel gisteren inbracht memoreren. Hij vraagt de deelnemers om bij de oplossingen aan te geven: - wat we NU kunnen doen - wat we rond het jaar 2000 kunnen doen - wat we op langere termijn willen/kunnen.

Met deze oproep ronden we de samenvatting van de tweede week af en wensen u veel inspiratie bij het vervolg van het debat.

Met vriendelijke groeten,

Carla Verheijen
Hans de Kuyper
Marcel Bullinga
Pascal Kolkman
Steven Lenos

[Index Teledemocratie IPP] [IPP Welkomstpagina][Internet Besliswijzer-debat Brabant] [Reageer]