Redactionele samenvatting van het debat in week 4:
(29 november 1996) Hier volgt de samenvatting van
de vierde en laatste week van het Besliswijzerdebat Brabant, dat startte
met de vraag 'Raakt de ruimte in Brabant op?'.
Deze week (op woensdag) ging de stemming van start. Daarnaast
lopen de debatten over de vraag en over de oplossingen nog door.
Het blijkt dat er nauwelijks meer gedebatteerd is over
de vraag, en in het debat over de oplossingen worden slechts weinig nieuwe
elementen ingebracht. Het debat over de stemming komt inmiddels op gang.
Op de samenvatting van vorige week zijn twee reacties
binnengekomen (Van Putten en Baeten) van mensen die vinden dat we hun bijdrage
niet zorgvuldig genoeg hebben verwoord. Onze excuses daarvoor; we zullen
proberen onze toch al grote nauwgezetheid nog verder te verbeteren.
Het aantal deelnemers dat actief is, neemt gelukkig toe,
maar dat kan natuurlijk altijd nog beter. Ook onze oproepen aan organisaties
om zich actiever op te gaan stellen - die afgelopen week ook nog door enkele
debatdeelnemers werden ondersteund (waarvoor dank) - hebben enig resultaat
gehad, maar ook dat kan nog beter.
De opiniepeiling is inmiddels door 55% van de deelnemers
ingevuld. Van de organisaties ontbreken daar nog altijd de ENFB, de NCB
en OTB.
De clusterpeiling is tot nu toe door 48% van de deelnemers
ingevuld. Daar ontbreken nog de stemmen van het ministerie van VROM, de
ENFB en OTB.
Bij de stemming kunt u uw stem toevertrouwen aan zes organisaties
die door de redactie zijn uitgenodigd (provincie, PSK/SEOB, BMF, OTB, NCB
en ENFB). Na voordracht van de debatdeelnemers zijn daar 4 personen aan
toegevoegd (Jeroen Baeten, Erik Bruggink, Rolf van Putten en Nelleke van
Wijk). Tot nu toe (vrijdagochtend 29-11, 9.30 uur) gaat Rolf van Putten
op kop, gevolgd door (ex aequo) de provincie en PSK/SEOB. Maar deze tussenstand
is zeer voorlopig, want slechts 13 deelnemers hebben inmiddels gestemd.
De debatten en de mogelijkheid om de peilingen in te vullen
en te stemmen lopen nog door tot zondagnacht 1 december, middernacht precies.
Grijp - voor zover u dat nog niet hebt gedaan - uw kans en vul de peilingen
in en breng uw stem (eventueel met passie) uit aan de persoon of organisatie
van uw voorkeur.
In de loop van maandag 2 december ontvangt u van de redactie
een uitgebreidere weergave van de uitslagen van de peilingen en de stemming.
Dan volgt nu een samenvatting van de belangrijkste nieuwe
elementen die de afgelopen week in discussie werden gebracht.
DEBAT OVER DE VRAAG
Zoals gezegd, dit debat lag bijna stil. Behalve een toevoeging
over de mogelijkheden om in hoge dichtheden te gaan bouwen (volgens de
heer Manche wel tot 150 woningen/ha!), verduidelijkte de BMF (hartelijk
dank) haar standpunt over de vraag. Elke periode vraagt om een inrichting
gebaseerd op evenwicht tussen ecologie aan de ene kant en functies als
werken, wonen en recreëren aan de andere kant, aldus de BMF.
DEBAT OVER DE OPLOSSINGEN
We houden hier dezelfde volgorde aan als in de samenvatting
van de vorige twee weken, en vernoemen alleen de nieuwe elementen die deze
week werden ingebracht.
1. WOONOMGEVING AANPASSEN
Geen nieuwe gezichtspunten
2. RUIMTEGEBRUIK INTENSIVEREN
Baeten pleit voor bedrijventerreinen, waar efficiënter
met de ruimte wordt omgegaan, 'bijvoorbeeld door dubbel grondgebruik'.
3. WET- EN REGELGEVING AANPASSEN
Geen nieuwe gezichtspunten.
4. DE GRENZEN VAN BRABANT AANGEVEN
Verkuylen roept het Rijk op aandacht te hebben voor het
eigene van Brabant: 'Minister De Boer en rijksheren, laat wat ruimte voor
de eigen wijze van inrichten en bewonen van Brabant'; 'Geef de gedeputeerde
de ruimte!.'
5. PRIORITEITEN AANGEVEN, KEUZES MAKEN
Aan dit thema voegden meerdere deelnemers hun mening toe.
Smit-Zevenhek constateert een trend in het debat: 'die moet aangeven of
industrie geconcentreerd moet worden bij steden (mijn mening) of juist
niet, en of de landbouw de ruimte moet krijgen om op een verantwoorde manier
met de grond om te gaan (mijn mening) of juist niet.'
Baeten is van mening dat, als we goed nadenken over toekomstige,
wenselijke structuren, we wel eens tot de conclusie zouden kunnen komen
dat niet alleen behoud en versterking, maar zelfs uitbreiding van de GHS
nodig is voor de leefbaarheid van Brabant.
Over de relatie tussen economie en natuur merkt Bruggink
op dat die wel eens met elkaar zouden kunnen samenvallen, als we de condities
aangeven waaronder een toekomstige economie de mens en de natuur weet te
respecteren.
Verkuylen brengt de discussie over keuzes maken ('intensivering
van de verstedelijking en de wil natuur en landschap te versterken') op
de vraag naar de betaalbaarheid: 'welke mogelijkheden biedt de baatbelasting,
in hoeverre kan een provinciale belasting ingezet worden in de groene hoofdstructuur?'
Baeten vindt dat een discussie over de ruimte in Brabant
niet moet gaan over een strijd van de dorpen tegen de steden: 'Er moet
geredeneerd vanuit een Brabants landschap en stedelijk systeem afgewogen
worden in welke zones verstedelijking mogelijk is en waar niet. En waar
niet betekent dan ook niet/nauwelijks bouwen.'
6. MOBILITEIT BEPERKEN
Kersten pleit voor andere vormen van container- en ander
transport: er komt ruimte op de rails vrij en vervoer over water biedt
mogelijkheden.
7. GROEI VAN DORPEN BEPERKEN
Daartoe uitgedaagd door Van Putten verduidelijkt Van Geel
het provinciale beleid op dit punt: 'De natuurlijke groei van de bevolking
is in de dorpen en de suburbane gebieden groter dan in de steden. Het beleid
is erop gericht die bovenmatige groei te richten op de stedelijke gebieden.'
8. GROEI CONCENTREREN IN HET STEDELIJK GEBIED
Dit idee wordt door Brok afgewezen, hij vreest dat dat
op termijn leidt tot de roep om 'groen-wonen'. Hij pleit ervoor om in stad
en platteland de toekomstige woonwensen te inventariseren en daar beleid
voor te ontwikkelen.
Hogenhuis vindt dat als de steden zozeer groeien dat dorpen
opgegeten worden, de groei van de stad afgeremd en gestuurd moet worden.
9. ANDERE WIJZE VAN BELEIDSVORMING
De discussie over korte en lange termijn beleid is deze
week voortgezet: lange termijn beleid is noodzakelijk en richtinggevend
voor beleid voor middellange en korte termijn (Jeroen Baeten). Bruggink
vindt dat de provincie een zwaardere rol in het ruimtelijk beleid moet
spelen, zowel richting gemeenten als Rijk.
Kersten wijst erop dat er te weinig afstemming is: 'elke
gemeente wil bedrijventerreinen en kantoorparken ontwikkelen'.
10. REGIONALE ZELFVOORZIENING
Geen nieuwe gezichtspunten.
11. OVER KETEL- EN ANDERE MUZIEKVORMEN
De opmerking die Van Geel vorige week in dit debat maakte
in de richting van het ministerie van VROM ('ik beschouw alle verhalen
van de laatste dagen vooral als ketelmuziek') leidde deze week tot een
eigen debatlijn. Kern daarvan is het verwijt dat de provincie te weinig
stuurt (Bruggink), terwijl Van Geel vindt dat de provincie haar rol binnen
de wettelijke mogelijkheden zo goed mogelijk vervult.
Tot slot: de wijze waarop het Brabants Dagblad verslag
doet van dit Besliswijzerdebat (waarover de redactie best tevreden is)
heeft bij enkele deelnemers wrevel opgeroepen. Maar dat leidt wat af van
de kern van de zaak.
Tot zover de laatste van de vier wekelijkse samenvattingen.
Zoals gezegd: het debat loopt nog door tot zondagnacht 1 december middernacht.
In de loop van maandag 2 december ontvangt u een overzicht van de einduitslag
van de opiniepeilingen en de stemming.
Met vriendelijke groeten,
Carla Verheijen
Hans de Kuyper
Marcel Bullinga
Pascal Kolkman
Steven Lenos
[IPP Welkomstpagina][Internet
Besliswijzer-debat Brabant] [Reageer] |