Raakt de ruimte in Brabant op? Het standpunt van …

ANWB, Regio Zuid

Een eenduidig antwoord "ja" of "neen" is niet mogelijk. Ruimte kan niet opraken. Het is geen Bossche Bol die na enkele happen op is. De ruimte, het aardoppervlak, met alles wat er onder en erboven zit, raakt niet op. De ruimte wordt hooguit vies gemaakt of verfraaid of anders ingericht of..... Veel mensen hebben bij ruimte de associatie met "leegte", "rust" of anders gezegd met weilanden, akkers, natuur etc. Als bebouwing oprukt en wegen worden aangelegd dan zegt men al gauw "de ruimte raakt op". Strikt genomen is dat flauwekul. Ruimte wordt hooguit schaars omdat er vanuit diverse functies claims worden gelegd op dezelfde begrensde ruimte. Alle claims bij elkaar opgeteld betekenen dat Brabant te klein zal zijn. Vanuit de ruimtelijke ordening resteert dan de traditionele vraag: hoe bereiken we een goede mix van functies in het ruimtegebruik opdat het in Brabant goed toeven blijft (dat is: wonen, werken, van vrijetijd genieten, recreëren, natuur beleven, land bewerken etc.).
Het probleem dat dus resteert is geen ruimtelijk maar een verdeel probleem. Steden en dorpen willen zowel hun woongelegenheid als werkgelegenheid uitbreiden en tevens recreatiemogelijkheden en natuur behouden, zoniet uitbreiden.
Daarnaast vragen de volgende zaken ook veel grond:
- het behoud van werkgelegenheid op het platteland en
- de grote toename van mobiliteit en goederenvervoer (dus meer wegen/spoor- en waterwegen).
Ieder wil wat de ander ook al wilde. Alleen een juiste en dus vakkundige verdeling van de Brabantse ruimte kan voorkomen dat ruimte "verloren" gaat door onoordeelkundige verdelers en gebruikers.

Vanuit Recreatie, Toerisme en natuur enerzijds en vanuit Verkeer en Vervoer anderzijds ervaren we de strijd om de ruimte. Als zwakkere functies in ruimtegebruik worden vanouds her natuur en recreatie gezien.

Vrije tekst

Meer informatie over deze organisatie

Overzicht van alle organisaties met hun standpunten