over besliswijzer voorpagina van de redactie gegevens deelnemers standpunten debat opinie-peiling stemming help


 standpunten

Vrije tekst van

ANWB, Regio Zuid

In Europa, te beginnen in Brabant, moeten we in ons beleidsdenken vaker rekening gaan houden met het feit dat Europa steeds meer één aan het worden is. In het gebruik van de ruimte en andere bevolkingsvraagstukken is dat zeer belangrijk omdat daar de oplossingen liggen. Op Europese schaal gezien kunnen we stellen dat de grote bedrijvigheden zich steeds weer in rivierdelta's, vlakke oevers en kuststroken afspelen. Te noemen zijn o.a. de delta's van Rijn-Maas-Schelde, Po, Seine, Rohne, Elbe, Weser, Theems, de kusten van de Noordzee, Atlantische oceaan en Middellandse zee maar ook binnenmeren.

Daar is een grote bedrijvigheid en dus ook een grote bevolkingsconcentratie te vinden. In die gebieden kunnen we spreken van hoge activiteiten op industrieel-, landbouw- en woongebieden. Om de bevolking, werkgelegenheid, mobiliteit, recreatie en natuur ruimte voor groei te geven wordt een steeds groter beroep gedaan op de beschikbare ruimten.

In de gebieden buiten de delta's, kusten en oevers is nauwelijks industrie en intensieve bewoning te vinden.

In Europa is het daarom noodzakelijk te bestuderen hoe we een betere verdeling van de Europese ruimte kunnen realiseren waardoor werken, wonen en recreëren enerzijds en landbouw, natuur en toerisme/recreatie anderzijds optimaal mogelijk worden. Te denken valt aan het gebruik van gronden. In de delta's, oever en kust gebieden zou men wonen en werken kunnen concentreren en in de achterlanden landbouw, natuur en toerisme gebonden activiteiten.

Dat neemt niet weg dat in de woongebieden eveneens ruimte moet zijn voor natuur en recreatie maar dan dicht bij huis en op het nivo van basis voorzieningen. Dit kan binnen de woonkernen maar tevens ook op de randen ervan.

Verder kan men in de woon- en werkgebieden een systeem aanleggen voor duurzame mobiliteit voor het woon-werk-, woon-school- en sociaal-recreatieve verkeer. Zo zouden bijvoorbeeld delen van de agrarische activiteiten verplaatst kunnen worden naar succesvolle gebieden waar men op efficiënte en effectieve wijze verbouwen en kweken/fokken kan tegen minimale kosten en een minimale milieu belasting, terwijl de (vaak zware) arbeid goed beloond wordt.

De natuur kan in de rest van de ruimte haar gang gaan.

Door op deze manier onze Brabantse huidige en toekomstige ruimteproblemen te benaderen zouden we moeten durven zeggen:

- Activiteiten die veel grondoppervlakte vragen dienen binnen een periode van bijvoorbeeld 30 tot 50 jaar grotendeels verplaatst te worden naar gebieden elders in Europa, waar succes verzekerd is.
- De vrijkomende Brabantse gronden gebruiken voor wonen, werken, recreëren, resterende agrarische activiteiten en natuurontwikkeling. Dat laatste op een passende schaal.
- Verhuizingen binnen c.q. van werk- en woongebied op Europese schaal stimuleren en faciliteren.
- Wie (het eerst) in Europa op dit schaal nivo durft te denken, beleid te formuleren en te handelen ligt voor op degenen (dat zijn er velen) die dat niet doen.

Hoe is het ruimteprobleem op te lossen?

Meer informatie over deze organisatie

Overzicht van alle organisaties met hun standpunten